In het jaar dat je 11 wordt ga je in oktober door van de pupillen naar de D junioren. Hier worden dezelfde onderdelen beoefend maar ook wat andere.

Verspringen, hoogspringen, sprint, kogel en lange afstand blijven, maar bal verandert in speerwerpen. Daarnaast komen de onderdelen: discuswerpen en hordelopen.

Om te wennen aan deze nieuwe onderdelen trainen de eerstejaars D in het begin 1 x in de week apart van de andere groepen, de tweede training is gelijk met de C junioren.

Begin je pas met atletiek en heb je dus nooit bij de pupillen getraind dan zijn alle onderdelen nieuw. Er zijn voldoende trainers aanwezig om je de verschillende technieken aan te leren.